Een stel dat een meisje uit China geadopteerd had, heeft dat meisje drie weken na haar aankomst in Nederland ondergebracht bij een pleeggezin, zonder dit te melden bij de adoptie-organisatie of andere instanties die bij de adoptie betrokken waren. Het meisje en een van de adoptiefouders konden niet met elkaar omgaan.
"Het kindje wees deze adoptiefouder voortdurend af. Deze ouder kon hiermee niet omgaan. Ze zagen geen andere uitweg dan het kindje bij een pleeggezin onder te brengen”, schrijft de inspectie voor de Jeugdzorg in een rapport over deze zaak. Het meisje werd in augustus 2011 geadopteerd. Pas in februari 2012 werd de Stichting Kind en Toekomst, de organisatie die heeft bemiddeld bij de adoptie, ingelicht over de mislukte adoptie. Dat gebeurde nadat de pleegouders om extra ondersteuning hadden gevraagd bij Bureau Jeugdzorg.
Volgens een woordvoerder van de inspectie is het voor het eerst dat er melding is gedaan van een geval als dit. Dat bij de instanties niet bekend was dat het kind niet meer bij de adoptiefouders woonde, noemt de woordvoerder "heel slecht”. De adoptiefouders zijn pas ruim een half jaar na de mislukte adoptie uit het ouderlijk gezag gezet. Bureau Jeugdzorg heeft momenteel de voogdij over het kindje, dat nog steeds bij de pleegouders woont.
Een reactie van Stichting Adoptievoorzieningen van 14 februari 2013:
De
Inspectie Jeugdzorg heeft onderzoek gedaan naar het handelen van de Stichting
Adoptievoorzieningen, de Raad voor de Kinderbescherming (de Raad) en de
Stichting Kind en Toekomst (SK&T) rond de adoptie van een tweejarig kind
uit China. Gisteren is het rapport van de Inspectie Jeugdzorg verschenen. Peter
Benders, directeur Stichting Adoptievoorzieningen: "De situatie die is
onderzocht is heel uitzonderlijk. Wij betreuren het zeer voor alle betrokkenen
dat dit heeft kunnen gebeuren. We kunnen ons vinden in de aanbeveling van de
Inspectie ten aanzien van verbetering van de adoptieprocedure en zijn graag
bereid om daaraan mee te werken."
De Inspectie heeft al eerder, in 2011, het belang van een goede monitoring en begeleiding van adoptiegezinnen onder de aandacht gebracht. De Inspectie vond dat het zicht op het kind in het gezin onvoldoende is geborgd. Hierdoor worden eventuele problemen niet tijdig gesignaleerd.
Stichting Adoptievoorzieningen heeft geen wettelijke taak in het begeleiden van adoptiegezinnen direct na plaatsing. De stichting krijgt subsidie voor opvoedingsondersteuning. Ouders kunnen vrijblijvend bellen of mailen met vragen over ontwikkeling en opvoeding van hun adoptiekind. Binnen de eerste drie jaar na aankomst van het kind in het gezin biedt de Stichting adoptiespecifieke opvoedingsondersteuning aan in de vorm van video-interactiebegeleiding gericht op gehechtheid en consultatie thuis. Peter Benders: "Meer dan ooit is het van belang dat adoptiegezinnen meteen bij de start kunnen rekenen op laagdrempelige preventieve ondersteuning bij de opvoeding. De laatste jaren worden verhoudingsgewijs steeds meer kinderen met special needs, dus kinderen die extra aandacht en medische zorg nodig hebben, geadopteerd. Ook komt 65 procent van de kinderen naar Nederland als ze ouder zijn dan twee jaar. Dat vraagt van ouders specifieke opvoedingsvaardigheden.
Wij zijn momenteel in gesprek met het ministerie van VWS. We hopen dat dit op korte termijn leidt tot verbetering in de adoptienazorg met name in de eerste jaren na aankomst. Het preventief versterken van het probleemoplossend vermogen van adoptieouders is meer dan ooit noodzakelijk en urgent."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten